Peter zoekt een plek om te wonen. Want hij heeft met zijn
moeder afgesproken dat hij weliswaar voor nood bij haar mag wonen, maar dat hij zo snel
mogelijk iets voor zichzelf regelt. Hij is dus op zoek naar goedkope
woonruimte.
Goedkope woonruimte ligt niet voor het oprapen. Dat komt ook
doordat hij een eigen badkamer wil. Ik snap dat. Ik weet uit mijn
studententijd dat briefjes met “Haren uit het putje halen !!” niet werken. Maar er zitten ook voordelen
aan. Je kunt samen koken, een wasmachine delen; dingen die het leven goedkoper
maken. Dus ik vind eigenlijk dat hij best eens kan gaan kijken bij zo’n kamer. Net
als ik heb bedacht dat ik dat toch maar met hem moet bespreken, belt hij:
“Ik heb iets heel
gaafs gevonden en het is echt supergoedkoop! Goede plek, niet te groot, niet te
klein, alles zelfstandig voor 450 euro. Maar … ik wil even zeker weten dat ik
niets stoms doe. Ik kan niks raars vinden, maar kun jij even kijken?”
De advertentie ziet er goed uit, veel foto’s. Britse verhuurder die voor een internationaal bedrijf een tijdje in Nederland
heeft gewerkt en die nu in Frankrijk is geplaatst. Hij stelt eisen als ‘niet roken’ en ‘geen huisdieren’.
Betrokken bij zijn appartementje dus.
Ik google hem en krijg veel hits over
iemand die voor een internationaal bedrijf werkt dus dat lijkt te kloppen. Maar
dan zie ik dat deze meneer in Amsterdam werkt, en dat zijn naam precies
andersom is dan die van de verhuurder. Ik klik door op de tweede
pagina zoekresultaten en eindig op een zwarte lijst van een kamerverhuurbedrijf.
Peter, die al druk over en weer aan het mailen was met deze ‘verhuurder’
over hoe de borg over te maken en wanneer hij er dan in kon, heeft het contact
verbroken en we hebben het gemeld aan de verhuursite. De advertentie is kort
daarna van de site gehaald.
Gelukkig had Peter, ondanks zijn grote behoefte aan
woonruimte én zijn enthousiasme de tegenwoordigheid van geest om te controleren of hij ‘niets stom deed’. Als hij hierin was getrapt had hem dat
€1350,- gekost (borg en een maand huur vooruit te betalen). Dat zou voor hem
een enorme strop geweest zijn, en niet alleen financieel. Het vertrouwen van
mensen met schulden is soms ver weg gezakt. Ze hebben het gevoel dat iedereen
ze wil pakken, én dat ze zelf niets goed kunnen doen, dat ze toch altijd weer
de verkeerde keuze maken.
Peter komt ook even in zo'n dip. Ik wijs hem erop dat hij
zelf heeft aangevoeld dat het misschien niet helemaal klopte en dat hij zelf om
hulp heeft gevraagd.
“Het is misschien nog niet gelukt om een flatje te vinden,
maar je hebt je ook niet op laten lichten. En die flat? Die gaat er echt wel
komen. Moed houden, blijven zoeken en voelsprieten voor stinkende zaakjes open
houden.”